Het identificeren van de inhoud van leidingen is van cruciaal belang voor een veilige werkplaats. Op dit moment heeft elk land nog een eigen normering, waardoor fouten te vaak voorkomen. Met één uniforme internationale norm zal dit veranderen. Hiervoor werd de ISO 20560 norm in het leven geroepen.
Het identificeren van leidingen is niet nieuw. Vandaag de dag heeft elk land zijn eigen normering rond leidingmerkers. De kleurcodes per land lopen ongeveer gelijk, maar er zijn kleine verschillen waardoor een fout ernstige gevolgen kan hebben.
Zo wordt in België een zuur aangeduid met paars. In Nederland met Oranje en in Zweden wordt oranje dan weer gebruikt voor een ontvlambaar gas. Deze kleine verschillen zorgt voor verwarring en mogelijke fouten.
Hiernaast zijn deze huidige normen vaak verouderd, zo dateert de Belgische norm NBN 69 al van 1972. Onze manier van werken is doorheen de jaren enorm geëvolueerd, we willen informatie niet langer lezen, maar visueel ontvangen. Ook bedrijven zijn mee geëvolueerd. Aannemers en onderaannemers werken niet langer in één land, maar worden ook over de landsgrenzen tewerkgesteld.
Hierdoor werd de drang naar een wereldwijde normering rond leidingmarkering dan ook groot.
Het doel van deze nieuwe normering is om één uniform en consistent systeem van markering wereldwijd toe te passen om zo de risico’s te herkennen en de juiste voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen.
De nieuwe leidingmarkering wordt steeds vanuit hetzelfde principe opgebouwd. De basiskleur visualiseert de inhoud van de leidingen. Op de basiskleur wordt de stroomrichting aangeduid en extra veiligheidsinformatie zoals druk, temperatuur, etc weergegeven.
Indien er een verhoogd risico is wordt er een gele zone aan toegevoegd. Hierop worden aan de hand van de CLP/GHS symbolen de gevaren aangeduid.
Ook de kleurcodering wordt gestandaardiseerd. In België zijn er hierdoor enkele wijzigingen van toepassingen. Zo zullen alle gassen en stoom geïndiceerd worden door grijs. Alle vloeibare stoffen door zwart en de zuren en basen worden opgesplitst waarbij zuur wordt geïdentificeerd door oranje en basen door paars.
Hoe pas je deze nieuwe normering nu toe en aan welke regels moet je je houden?
De grootte van je leidingmerker hangt af van de diameter van je leiding. Zo moet je leidingmerker steeds 60% van je leiding coveren. Ook zal je keuze van materiaal waaruit je leidingmerker bestaat afhangen van de locatie. Zo bestaan er leidingmerkers voor binnen-en buitengebruik.
Tot slot mag je twee verschillende normen nooit door elkaar gebruiken. Zijn de leidingen al geïdentificeerd volgens de NBN 69 norm en dien je één merker te vervangen? Dan moet dit in dezelfde stijl. Heb je nog geen leidingmarkering of wil je de leidingen markeren van een nieuw gebouw? Dan doe je dit best meteen volgens de nieuwe ISO 20560 norm.
Graag advies bij het kiezen van jouw leidingmarkering? Onze experts helpen je graag verder.